In de PZC van 16 maart 2015 wordt gemeld dat Tennet vier varianten heeft om de windparken voor de kust van Walcheren te verbinden met het hoogspanningsstation bij Borsele. Het noordelijke tracé landt bij de Veerse Gatdam en gaat via het Veerse Meer richting Borssele. Het tweede tracé komt net onder Domburg aan land en vervolgt zijn weg langs de noordkant van Middelburg. Het derde alternatief loopt tussen Domburg en Westkapelle, om via de zuidkant van Middelburg naar Borssele af te buigen. Het vierde ligt volledig in de Westerschelde en komt in het Sloegebied aan land. De tracés 1, 2 en 3 gaan over het grondgebied van de gemeente Veere.
De VVD heeft de volgende vragen aan het college:
Is het college op de hoogte van de plannen van Tennet?
Zo ja, wat houden deze plannen in? Zo nee wat gaat het college er aan doen om betrokken te worden bij de plannen?
Op welke wijze is het college betrokken bij de plannen?
Welke bevoegdheid heeft de gemeente Veere inzake de keuze van een tracé?
Volgens een artikel in de PZC van 17 november 2014 heeft Tennet verklaard dat het in alle gevallen gaat om ondergronds transport en niet om hoogspanningsmasten. Klopt deze informatie?
Welke consequenties heeft de aanleg van het tracé voor de gemeente Veere en voor het landschap van Walcheren?
ANTWOORDEN COLLEGE
Doelstelling
Het kabinet heeft doelstellingen geformuleerd voor het realiseren van de opwekking van duurzame energie. Naast windenergie op land zijn ook doelstellingen geformuleerd voor windenergie op zee. Er is afgesproken dat 4.450 MW aan windvermogen op zee operationeel moet zijn in 2023. Op dit moment is er 1.000 MW gerealiseerd of in aanbouw.
Het kabinet heeft in september 2014 besloten om de resterende 3.450 MW te realiseren in drie gebieden, te weten Borssele, Hollandse kust Zuid-Holland en Hollandse kust Noord-Holland. Daarbij is besloten dat het windenergiegebied Borssele als eerste ontwikkeld gaat worden met daarbij een netaansluiting naar het 380 kV hoogspanningsstation Borssele. Het windenergiegebied Borssele biedt ruimte voor 1.400 MW windvermogen.
Proces
Kavelbesluit
De windmolens mogen alleen gebouwd worden op locaties (kavels) die door het rijk zijn aangewezen in een kavelbesluit. In het kavelbesluit wordt bepaald waar en onder welke voorwaarden een windpark gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Hiervoor heeft eind 2014 een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) ter inzage gelegen. Uw college heeft hier tegen een zienswijze ingediend vanwege de kans op horizonvervuiling en mogelijke schade voor de recreatie en toeristische sector in onze gemeente.
Op de ingediende zienswijze is nog geen reactie ontvangen.
Aanleg transmissiesysteem
TenneT heeft de wettelijke taak gekregen om voorbereidende handelingen te treffen voor de aanleg van het transmissiesysteem op zee. Dit zijn de verbindingen voor het transport van elektriciteit die wordt opgewekt in de toekomstige windenergiegebieden. Het gaat daarbij onder meer om het voorbereiden van planologische besluiten en vergunningaanvragen.
Hiervoor zal TenneT een milieueffectrapportage (MER) moeten opstellen. Het MER dient als hulpmiddel bij de besluitvorming. Als onderdeel van de m.e.r.-procedure is een Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) opgesteld. Dit concept NRD geeft een toelichting op het initiatief om het transmissiesysteem van het windenergiegebied Borssele te verzorgen, beschrijft wat in het kader van de MER onderzocht gaat worden en biedt de gelegenheid zienswijzen in te dienen.
Het Concept NRD ligt van 13 maart t/m 23 april 2015 ter inzage.
In het Concept NRD zijn 4 globale tracéalternatieven aangegeven voor ondergrondse kabels die vanuit het windenergiegebied op zee aangesloten moeten worden op het hoogspanningsstation bij het dorp, Borssele. Twee tracéalternatieven zijn ingetekend over Walcheren, waarbij de aanlanding is voorzien in de omgeving van Domburg.
Een landtracé voorziet in vier parallelle on-shore 220 kV wisselstroom landkabelsystemen. De 220 kV kabels worden ondergronds aangelegd. Ze liggen naast elkaar in het platte vlak met een onderlinge afstand van 0,5 meter en tussen de kabelsystemen een onderlinge afstand van 5 meter. De totale breedte van de strook bedraagt daarmee 19,5 meter na aanleg. Hoeveel ruimte daarnaast benodigd is om onderhoud te kunnen plegen wordt niet vermeld. Evenmin is aangegeven op welke diepte de kabels komen te liggen.
Over dit voornemen is ambtelijk overleg geweest met de provincie en de gemeenten Borsele, Middelburg en Vlissingen. Ambtelijk wordt geadviseerd om gezamenlijk als provincie met de vier gemeenten richting het ministerie op te trekken. Hiervoor is het de bedoeling om de colleges in de vergaderingen van 14 april 2015 te adviseren een gezamenlijke zienswijze in te dienen, waarbij als uitgangspunt geldt dat de aansluiting via de Westerschelde of via het Veerse Meer dient plaats te vinden en dus niet over Walcheren. Hiervoor wordt momenteel een reactie opgesteld.
Rijkscoördinatieregeling
De minister van Economische Zaken heeft de rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaard op de voorbereiding van het project transmissiesysteem op zee Borssele.
Het ruimtelijke besluit dat tot stand komt wordt het Inpassingsplan (IP) genoemd, in feite een bestemmingsplan van rijkswege. Het IP gaat als het betrekking heeft op land, tot 1 kilometer uit de kust. Het IP maakt van rechtswege deel uit van het onderliggende gemeentelijke bestemmingsplan. Het IP heeft dus een vergelijkbare gedetailleerdheid en doorwerking op uitvoeringsbesluiten als een bestemmingsplan.
Voor de aanleg en de exploitatie van het windenergieproject zijn ook uitvoeringsvergunningen van het rijk, provincie en de gemeenten nodig. Hierbij valt o.a. te denken aan aanlegvergunningen. De minister stelt een termijn vast waarbinnen de gemeente de (ontwerp)besluiten gereed moeten hebben. De minister kan zelf een uitvoeringsbesluit nemen als het bevoegde bestuursorgaan niet tijdig beslist of een beslissing neemt die in strijd is met het IP.
Consequenties Gemeente Veere en Walcheren
De volgens het ministerie te onderzoeken tracés zijn in de Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Dit is dan ook één van de onderwerpen die wij met de provindie en de gemeenten Borsele, Middelburg en Vlissingen als zienswijze hebben ingebracht.