Invoering gedifferentieerd afvaltarief vanaf 2021

De VVD heeft ingestemd met de aanpassing van het tarief voor inzameling van het restafval vanaf 2021. Vanaf dat jaar gaat elk huishouden betalen aan de hand van hoe vaak de restafval bak aan de straat wordt gezet. Hiervoor wordt een (nieuwe) chip in de afvalbak geplaatst die registreert hoe vaak die wordt geledigd. De VVD vindt het belangrijk dat de vermindering van het restafval via een werkbaar systeem wordt gestimuleerd en kan zich vinden in het nieuwe beleid. Wel willen we de ontwikkelingen op het gebied van nascheiding op de voet volgen en hebben we aangedrongen op maatwerk voor huishoudens met luier- en incontinentiemateriaal.

 

In de afgelopen periode zijn er in onze gemeente proeven met verschillende maatregelen om afvalscheiding te bevorderen gedaan. Ook is er meer informatie vergaard en zijn er meer ervaringen van gemeenten elders in onze provincie die al gebruik maken van het zogenaamde diftar-systeem. In Oostkapelle heeft de proef uitgewezen dat de aanbieding van restafval containers zakt van 85% naar 55% bij de invoering van dit systeem en in Kapelle is dit zelfs gezakt naar 42%.

 

Op dit moment is nascheiding nog geen goed alternatief ten opzichte van bronscheiding. Nascheiding is echter nog volop in ontwikkeling en we hebben het college dan ook verzocht om deze ontwikkelingen te blijven volgen en ons hiervan op de hoogte te houden.

 

We hebben als VVD het nieuw voorgestelde beleid eens op een tijdlijn gezet, en kwamen tot de conclusie dat met de 16 ledigingen die ‘in het afvaltarief’ zullen zitten, het restafval in de wintermaanden eens per maand kan worden aangeboden, en in drie zomermaanden om de twee weken. Natuurlijk staat het de inwoners vrij om zelf een afweging te maken wanneer zij hun afval aanbieden, maar wij denken dat dit een werkbaar systeem kan zijn.

 

We zijn dan ook akkoord gegaan met de invoering van diftar vanaf 2021. Wel vinden we dat met de invoering van dit systeem gezinnen met jonge kinderen en huishoudens met incontinentie materiaal op achterstand komen te staan ten opzichte van huishoudens die niet te maken hebben met luierafval. Deze huishoudens zullen hun afval vaker willen afvoeren en zo ontbreekt de prikkel om ook het andere afval goed te scheiden: de bak gaat immers toch eens in de twee weken aan de straat. Nog daargelaten dat zij een financieel nadeel hebben onder het nieuwe systeem. Zij moeten dit -niet fris ruikende- afval immers aanbieden via het restafval, omdat op dit moment recycling nog niet goed mogelijk is.

We hebben het college daarom om een maatwerkoplossing gevraagd voor huishoudens met dergelijk afval. Wethouder Steketee heeft dit toegezegd.