Vragen m.b.t. houding, gedrag en communicatie college

De VVD-fractie maakt zich grote zorgen over de manier waarop het college van B&W de afgelopen tijd met anderen omgaat, zowel met andere overheidsorganen intern en extern als met branche- en ondernemersorganisaties.

Aan het slot van de vorige collegeperiode was er het door het college van B&W negeren van het standpunt van de gemeenteraad over de samenwerking op belastinggebied alsmede de “beruchte brief” aan de provincie die tot de nodige commotie hebben geleid. Ook de wijze waarop de collegevorming heeft plaatsgevonden is geen toonbeeld geweest van het respectvol omgaan met niet-collegepartijen en staat in schril contrast met hoe dat in andere gemeenten is gegaan. 
En nu heel recent zijn de Veerse toeristische branche-organisaties (Recron, Vekabo, SVR, KHN) álsmede de FOV opgestapt tijdens een overleg met wethouder Molenaar, dat juist was belegd - zo hebben wij begrepen - om met elkaar in gesprek te komen na het tumult dat was ontstaan over de in het collegeprogramma aangekondigde extra verhoging van de toeristenbelasting.

Hadden wij aanvankelijk nog de gedachte dat er sprake kon zijn van een “ongeluk”, dan zijn wij uit de droom geholpen door het artikel in de PZC van afgelopen zaterdag waarin uit de mond van wethouder Molenaar kan worden opgetekend dat het een bewuste keuze was om vooraf met niemand te overleggen over de geplande bezuinigingen omdat er te weinig tijd voorhanden was. Het woord “bezuinigingen” in dit verband is overigens wel merkwaardig omdat het bij verhoging van toeristenbelastingbelasting niet gaat om bezuinigingen door de gemeente, maar het erg gemakkelijk incasseren door de gemeentelijke overheid van extra inkomsten en daarmee het belasten van anderen.  Overigens ontgaat het ons ook dat er te weinig tijd voor overleg zou zijn geweest, omdat van “fatale termijnen” bij coalitie-onderhandelingen geen sprake is en niet zelden ook bij andere gemeenten voor zorgvuldigheid en draagvlak wordt  gekozen.
Verder betreuren wij het dat wethouder Melse, door de wijze waarop hij zich in het openbaar uitlaat (zowel in de raadsvergadering van 24 april als in de PZC van 7 mei j.l.), de hele toeristische sector over één kam lijkt te scheren en de indruk wekt dat ondernemers die meer aan “gemeentelijke heffingen” in rekening brengen dan het tarief dat op de toeristenbelasting van toepassing, géén uitzonderingen zijn.   

In de ogen van de VVD zijn er in kort tijdsbestek teveel voorvallen m.b.t. houding en gedrag van het college van B&W om nog van incidenten te kunnen spreken.
Daarom heeft de VVD-fractie de volgende vragen aan het college van B&W:

1. Is er op basis van de hierboven genoemde voorvallen sprake van een bewuste (beleids-)wijziging in houding en gedrag van het college in de omgang met anderen? Zo ja, waarom? zo nee, waarom niet ?

2. Bent u zich bewust van het beeld dat van de gemeente Veere naar buiten toe ontstaat door hetgeen in kort tijdsbestek is voorgevallen en de ruime aandacht die dat in de pers heeft gekregen? Zo neen, hoe komt dat? en zo ja, wat denkt u er aan te gaan doen voorvallen als genoemd te voorkomen?

3. Zijn zowel wethouder Melse als wethouder Molenaar juist geciteerd in de artikelen in de PZC als het over de verhoging van de toeristenbelasting gaat ?

4. Hoe denkt u opnieuw met de toeristische sector in gesprek te komen en de verhoudingen met de toeristische sector te verbeteren?

5. Huldigt het college nog steeds het standpunt van één tarief aan toeristenbelasting (conform het collegeprogramma) of is nu ook een gedifferentieerd tarief aan de orde? 

6. Welke waarde kunnen wij nog hechten aan de passage in het collegeprogramma op blz. 12 m.b.t. communicatie te weten: "De kwaliteit van de communicatie moet verder worden verbeterd, als integraal onderdeel van de beleidsontwikkeling. Het is van groot belang dat er aan de voorkant pro-actief geïnvesteerd wordt in communicatie en participatie."

7. Op welke wijze gaat u de verdere invulling van de bezuinigingen vormgeven en gaat u nog vooraf overleggen met belanghebbenden?